Een holding- en werkmaatschappijstructuur biedt diverse fiscale constructies die ondernemers kunnen gebruiken om belastingvoordelen te realiseren en bedrijfsvermogen te beschermen. De meest voorkomende fiscale constructies binnen deze structuur zijn de deelnemingsvrijstelling, fiscale eenheid voor vennootschapsbelasting, het oprichten van een tussenholding, dividendstromen optimaliseren en vermogensplanning. Deze constructies maken het mogelijk om winsten fiscaal gunstig te verdelen, bedrijfsrisico's te beperken en bedrijfsvermogen veilig te stellen. Daarbij is het belangrijk dat de structuur zakelijk gemotiveerd is en voldoet aan de fiscale wetgeving om te voorkomen dat de Belastingdienst de constructie als ongewenst ziet.
De belangrijkste fiscale voordelen van een holdingstructuur zijn de deelnemingsvrijstelling, belastingvrije dividenduitkeringen, optimalisatie van vermogensopbouw en risicospreiding. Deze fiscale voordelen maken een holdingstructuur bijzonder aantrekkelijk voor ondernemers die hun winsten willen herinvesteren of vermogen willen opbouwen.
De deelnemingsvrijstelling is een van de meest waardevolle fiscale regelingen voor holdings. Deze zorgt ervoor dat dividend dat de holding ontvangt van de werkmaatschappij vrijgesteld is van vennootschapsbelasting. Hierdoor wordt dubbele belastingheffing voorkomen, omdat de winst al in de werkmaatschappij belast is. Deze vrijstelling geldt wanneer de holding minimaal 5% van de aandelen in de werkmaatschappij bezit.
Een ander belangrijk voordeel is de mogelijkheid om belastingvrije reserves op te bouwen in de holding. Winsten die vanuit de werkmaatschappij naar de holding worden overgeheveld via dividenduitkeringen, kunnen daar belastingvrij worden gereserveerd. Dit geeft ondernemers de kans om kapitaal op te bouwen voor toekomstige investeringen of om een buffer te creëren zonder direct belasting te betalen.
Daarnaast biedt een holdingstructuur mogelijkheden voor optimale vermogensplanning voor ondernemers. Overtollig vermogen kan in de holding worden beschermd en gebruikt worden voor bijvoorbeeld pensioendotaties, vermogensgroei of beleggingen, terwijl de werkmaatschappij "lean and mean" blijft opereren.
Ook het voordeel van verkoop van bedrijfsonderdelen mag niet onderschat worden. Bij verkoop van aandelen in een werkmaatschappij kan de opbrengst in de holding belastingvrij worden ontvangen dankzij de deelnemingsvrijstelling. Dit in tegenstelling tot een directe verkoop vanuit een enkele BV-structuur, waarbij de verkoopwinst onder de vennootschapsbelasting valt.
Een fiscale eenheid is een constructie waarbij de holding en werkmaatschappijen voor de vennootschapsbelasting als één belastingplichtige entiteit worden beschouwd. Dit betekent dat er één gezamenlijke aangifte vennootschapsbelasting wordt gedaan, waarbij winsten en verliezen tussen de verschillende vennootschappen kunnen worden verrekend.
Voor het vormen van een fiscale eenheid moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. De belangrijkste zijn:
De grootste voordelen van een fiscale eenheid zijn:
Er zijn echter ook nadelen aan een fiscale eenheid verbonden. De belangrijkste is dat alle vennootschappen binnen de fiscale eenheid hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de vennootschapsbelastingschulden. Dit betekent dat de Belastingdienst bij één van de vennootschappen de totale belastingschuld kan opeisen.
In de praktijk werkt het als volgt: als een werkmaatschappij bijvoorbeeld een verlies lijdt van €50.000 en een andere werkmaatschappij binnen dezelfde fiscale eenheid een winst van €100.000 heeft, dan hoeft er alleen vennootschapsbelasting betaald te worden over het nettoresultaat van €50.000. Dit levert een direct belastingvoordeel op.
De fiscale eenheid moet strategisch worden ingezet. Soms kan het voordeliger zijn om géén fiscale eenheid te vormen, bijvoorbeeld wanneer gebruik gemaakt kan worden van het lage Vpb-tarief voor winsten tot €200.000 per vennootschap.
De overstap van ZZP'er naar een holdingstructuur is zinvol wanneer je substantiële winsten maakt, vermogen wilt opbouwen en beschermen, of groeiplannen hebt die een meer complexe bedrijfsstructuur vereisen. Deze structuur biedt voordelen die voor succesvolle ondernemers significant kunnen zijn.
Als richtlijn is een holdingstructuur vaak te overwegen bij een jaarwinst boven €100.000. Bij deze winstniveaus worden de kosten voor het opzetten en onderhouden van de structuur ruimschoots gecompenseerd door de belastingvoordelen. Met name als je niet alle winst nodig hebt voor privé-uitgaven, kun je profiteren van het lagere Vpb-tarief (15% tot 25,8%) in vergelijking met de inkomstenbelasting die kan oplopen tot 49,5%.
Een andere indicator is wanneer je bedrijfsrisico's wilt beperken. Als ZZP'er ben je met je volledige privévermogen aansprakelijk voor bedrijfsschulden. Bij een holdingstructuur blijft het vermogen in de holding beschermd, zelfs als de werkmaatschappij failliet zou gaan. Dit is vooral belangrijk als je activiteiten uitvoert met verhoogde aansprakelijkheidsrisico's.
Ook bij investeringsplannen of overnames is een holdingstructuur vaak voordelig. Je kunt opgebouwde winsten in de holding gebruiken voor investeringen, zonder eerst box 2-belasting (26,9%) te betalen over uitgekeerd dividend. Dit geeft je meer investeringskapitaal.
Een ZZP'er die aan opvolging of verkoop van het bedrijf denkt, doet er goed aan om tijdig naar een BV-structuur over te stappen. De holding maakt het mogelijk om bij verkoop van aandelen in de werkmaatschappij de opbrengst belastingvrij te ontvangen via de deelnemingsvrijstelling.
Let wel op dat de omzetting van eenmanszaak naar BV kosten met zich meebrengt en meer administratieve verplichtingen. Er moet een notariële akte worden opgesteld, en de jaarlijkse administratiekosten liggen hoger vanwege de complexere structuur en deponeringsverplichting bij de KvK.
Een holdingstructuur biedt uitstekende bescherming voor je bedrijfsvermogen door het scheiden van operationele activiteiten en vermogen. Deze scheiding zorgt ervoor dat risico's in de werkmaatschappij niet direct het opgebouwde vermogen bedreigen.
De juridische afscherming is het belangrijkste beschermingsmechanisme. Door overtollige winsten regelmatig vanuit de werkmaatschappij naar de holding over te hevelen (via dividenduitkeringen), bouw je vermogen op in een vennootschap die zelf geen risicovolle bedrijfsactiviteiten uitvoert. Bij een faillissement van de werkmaatschappij blijft het vermogen in de holding onaangetast.
Dit werkt als volgt: stel dat je werkmaatschappij door omstandigheden failliet gaat, dan kunnen schuldeisers alleen aanspraak maken op het vermogen in die werkmaatschappij. Het eerder uitgekeerde dividend naar de holding is veiliggesteld, mits de dividenduitkeringen rechtmatig zijn gedaan en de werkmaatschappij ten tijde van de uitkering nog solvent was.
De holding kan ook strategisch worden ingezet voor het beheer van bedrijfspanden of intellectueel eigendom. Door bijvoorbeeld het bedrijfspand of patenten onder te brengen in de holding en deze te verhuren/licenseren aan de werkmaatschappij, blijven deze waardevolle assets beschermd tegen operationele risico's.
Een andere beschermingslaag biedt de mogelijkheid om vanuit de holding meerdere werkmaatschappijen op te richten. Hierdoor kunnen verschillende bedrijfsactiviteiten of projecten in afzonderlijke juridische entiteiten worden ondergebracht, waardoor risico's niet overslaan van de ene naar de andere activiteit.
Voor optimale vermogensbescherming is het cruciaal om de juiste juridische structuur te kiezen en deze professioneel te beheren. Dit betekent onder meer dat:
Een holdingstructuur brengt aanzienlijk meer administratieve verplichtingen met zich mee dan een eenmanszaak of enkele BV. Deze extra administratieve last is een belangrijke overweging bij het opzetten van een dergelijke structuur.
Voor elke vennootschap binnen de structuur moet een afzonderlijke boekhouding worden bijgehouden. Dit betekent dubbele of meervoudige administraties, elk met eigen grootboeken, debiteuren- en crediteurenbeheer en bankrekeningenadministratie. Ook als er een fiscale eenheid is gevormd, blijft de verplichting bestaan om voor elke vennootschap een eigen administratie te voeren.
Jaarlijks moet er voor elke BV een jaarrekening worden opgesteld, bestaande uit een balans, winst- en verliesrekening en toelichting. Deze jaarrekeningen moeten tijdig (binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar) worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Voor kleine BV's gelden verlichte publicatieverplichtingen, maar de opstelverplichting blijft onverkort van kracht.
Naast de jaarlijkse aangiften vennootschapsbelasting, moet er als DGA (Directeur-Grootaandeelhouder) ook aangifte inkomstenbelasting worden gedaan. Hierbij komt de aangifteplicht voor eventuele dividendbelasting bij uitkeringen aan privépersonen.
Onderlinge transacties tussen de holdings en werkmaatschappijen moeten goed worden gedocumenteerd en marktconform zijn. Dit geldt voor managementvergoedingen, leningen, huurovereenkomsten en licenties. De Belastingdienst let hier scherp op.
Voor een optimale administratie van een holdingstructuur is het aan te raden om te werken met gespecialiseerde administratieve ondersteuning die ervaring heeft met holdingstructuren. Wij bieden volledige ontzorging op dit gebied, zodat je je kunt focussen op je onderneming terwijl de complexe administratieve verplichtingen correct worden afgehandeld.
Samenvattend kunnen we stellen dat een holding- en werkmaatschappijstructuur aanzienlijke fiscale voordelen biedt voor ondernemers met substantiële winsten of specifieke risico's. De bescherming van bedrijfsvermogen, mogelijkheden voor belastinguitstel en optimalisatie van winst maken het een aantrekkelijke optie ondanks de toegenomen administratieve lasten. Voor ZZP'ers is het verstandig om goed te kijken naar het moment waarop de overstap zinvol wordt. Wij helpen graag bij het maken van deze afweging en zorgen voor een zorgeloze administratie van je holdingstructuur, zodat jij je kunt concentreren op wat écht belangrijk is: ondernemen.